De transitie naar een circulaire economie accelereert. Er zijn inmiddels veel mooie voorbeelden te vinden. Zo leaset Mud Jeans spijkerbroeken aan klanten en hergebruikt de stof na een of meerdere jaren voor nieuwe modellen. Fujifilm neemt de aluminium offsetplaten terug in en verkoopt het aluminium aan een frisdrankfabrikant, die er frisdrankblikjes van laat maken. En in Den Bosch wordt een oude mengvoederfabriek door De Conceptenbouwers omgetoverd tot een levendig hotel, waar lokale ondernemers deelproducten en diensten realiseren, gebaseerd op de principes van een circulaire economie. Ondanks deze voorbeelden, is het nog een lange weg naar een volledige transitie van een circulaire economie. Dat is ook niet zo vreemd, gezien het feit dat ondernemerschap in een circulaire economie, een andere manier van denken met zich meebrengt. Dat was aanleiding voor een Europees consortium van middelbare scholen, beroepsonderwijs, lerarenopleidingen en educatieve organisaties, om een Erasmus+ project te starten met de titel: ThreeC – Creating Competencies for a Circular Economy.
Circulair ontwerpen: weten, doen en voelen
In Nederland hebben inmiddels acht scholen aan ThreeC deelgenomen, die educatieve projecten hebben ontwikkeld, waarin competenties voor een circulaire economie centraal stonden. Zo werden leerlingen op De Nieuwste School in Tilburg uitgedaagd om circulaire kauwgom te ontwerpen. Leerlingen maakten in eerste instantie kennis met de productie en consumptie van kauwgom, waarna ze – in opdracht van de gemeente Tilburg – na gingen denken hoe kauwgom op een eenvoudige manier, terug in de productiekringloop gebracht kan worden. Op het Norbertuscollege in Roosendaal bogen leerlingen zich over de transitie van de regio West-Brabant, waarbij suikerbiet tegenwoordig als een biobased grondstof wordt geproduceerd, in plaats van een grondstof voor suikerklontjes. Leerlingen kregen de opdracht om toepassingsmogelijkheden voor biobased materialen te ontwerpen.
In deze projecten, stond de competentie ‘circulair ontwerpen’ centraal. Vanuit ThreeC is deze competentie ontwikkeld, op basis van het framework van LEVEL5 voor competentieontwikkeling. LEVEL5 gaat ervan uit dat een competentie bestaat uit drie dimensies: weten, doen en voelen. Voor elke dimensie zijn vijf standaard niveaubeschrijvingen gedefinieerd, die de basis hebben gevormd voor de competentie ‘circulair ontwerpen’ (figuur 1). De wijze waarop de drie dimensies zijn ingevuld, sluiten nauw aan bij systeemdenken (weten), ontwerpen (doen) en multiperspectiefdenken (voelen).
Figuur 1: Competentiematrix voor circulair ontwerpen
Hoofd, hart én handen
Docenten op betrokken scholen hebben de projecten zelf ontwikkeld, gebaseerd op een didactisch raamwerk dat binnen ThreeC was ontwikkeld. Het raamwerk bestaat uit een aantal didactische randvoorwaarden en een didactisch model, in de vorm van een stappenplan (figuur 2). Eén van de randvoorwaarden is dat leerlingen een opdracht krijgen van een externe partner, zoals een ondernemer, een maatschappelijke organisatie of een gemeentelijke instelling. Dat geeft de projecten een authentiek karakter en motiveert de leerlingen om extra hun best te doen, zo bleek ook uit evaluaties van de projecten. Het stappenplan waarborgt dat leerlingen een afwisselend leerproces doorlopen, waarbij met hoofd, hart én handen geleerd wordt. Daarnaast helpen de stappen bij het realiseren van de verschillende beheersingsniveaus, die gedefinieerd zijn in de competentie ‘circulair ontwerpen’ (figuur 3). Meer informatie over het didactisch raamwerk, vind je hier.
Figuur 2: Stappenplan als didactisch raamwerk voor ThreeC
Figuur 3: Samenhang tussen de competentie ‘circulair ontwerpen’ en het stappenplan
De projecten (zowel in Nederland als in vier andere Europese landen) zijn geëvalueerd. Leerlingen én betrokken docenten zijn geïnterviewd, waarbij ze gevraagd zijn naar ervaringen en leeropbrengst. Leerlingen waren over het algemeen erg enthousiast over de projecten. Zij noemden op de eerste plaats de focus op het ontwerpgericht denken en de mate waarin dat creativiteit en anders-denken met zich meebrengt. Daarnaast waren leerlingen positief over de samenwerking met externe opdrachtgevers. En het was duidelijk dat leerlingen door de projecten zich nog meer bewust waren geworden van het feit dat productie en consumptie ook anders kan.
De projecten hebben ook een paar uitdagingen blootgelegd. Docenten vonden het systeemdenken (analyseren van casussen op basis van relaties tussen oorzaken en gevolgen, vanuit meerdere dimensies) – een van de belangrijkste principes van circulaire economie – best lastig. Eén docent zei: “Ik weet niet zo goed hoe ik dit op een speelse manier met mijn leerlingen moet aanpakken”. Daarnaast bleek de samenwerking met externe opdrachtgevers geen vanzelfsprekendheid. Het was soms lastig een externe opdrachtgever te vinden en om een onderwijsvraag af te stemmen met een ondernemersvraag of een maatschappelijke vraag.
In 2016/2017 gaan de scholen die betrokken zijn bij ThreeC, verder met deze projecten. Daarnaast zijn we voornemers i.s.m. Cirkellab en Hogeschool Rotterdam in Zuid-Holland-Zuid van start te gaan met de ontwikkeling van vergelijkbare projecten, in samenwerking met een groep scholen, bedrijven en lokale overheden. Mocht je meer willen weten, neem dan contact op met Martin de Wolf (m.dewolf@fontys.nl) of kijk op www.threec.eu.
Het ThreeC programma is mogelijk gemaakt door Erasmus+ (Europees subsidieprogramma voor o.a. onderwijs)
Auteur: Martin de Wolf, Fontys Lerarenopleiding Tilburg
Klik hier voor alle blogs van Cirkellab. Zelf circulaire suggesties, vraagstukken of innovaties die als ‘voedingsbodem’ kunnen dienen voor een toekomstige blog, neem dan contact op via info@cirkellab.nl voor de mogelijkheden. Wil je onze blogs en nieuwsbrieven voortaan via de mail ontvangen, schrijf je dan hiervoor in via www.cirkellab.nl.