Circulaire Economie

Wat is circulaire economie?
Daar is veel over te zeggen. Soms zegt een filmpje meer dan 1000 woorden. Bekijk daarom de video onderaan de tekst of klik hier.

De term circulaire economie is enorm populair geworden met het uitkomen van het eerste Ellen MacArthur Foundation / McKinsey-rapport ‘Towards a circular economy’, eind 2011. Hierin wordt uitgebreid voorgerekend dat een verstandiger/efficiënter gebruik van grondstoffen, de Europese Unie een kostenbesparing tot 500 miljard euro per jaar kan opleveren in 2025. De vervolgrapporten hebben dit o.a. vertaald naar de wereldeconomie en specifieke sectoren.

‘Duurzaam = duur’ is hiermee voorgoed achterhaald. De aandacht richt zich niet langer op het herstellen, voorkomen of afvangen van schadelijke neveneffecten van de economie. De circulaire bril richt zich daarentegen op het behouden en/of terughalen van waarde – in grondstoffen, producten, componenten, reststromen en afval.  Het inrichten van een duurzame maatschappij volgens circulaire principes biedt een volhoudbaar perspectief met een directe economische onderbouwing voor hergebruik en recycling. De langere termijnblik op de beschikbaarheid van grondstoffen, kosten van winning en opbrengsten van hergebruik, wordt grondig doorgerekend tot een zeer positieve ‘business-case’, zowel in economische, ecologische als sociale termen.

Energie dient daarbij ‘vanzelfsprekend’ duurzaam te worden opgewekt. Het principe om cirkels te sluiten in de grondstoffenketen impliceert immers het tegengaan van verbruik van grondstoffen (als brandstof) en weglekken via afval, uitstoot en andere schadelijke effecten of impact op ecologische ketens.

Waarom circulair?
De circulaire economie geldt als een radicale breuk met het lineaire model waarop de huidige wereldeconomie is gebaseerd. In dit model is de laatste levensfase van een product niet hergebruik, maar vernietiging: op de vuilnishoop of in de verbrandingsoven. Dit lineaire model is onhoudbaar omdat grondstoffen beperkt voorradig zijn. Bovendien kan de natuur niet ongelimiteerd afval en schadelijke stoffen opnemen. De grenzen van het lineaire model komen dan ook steeds dichterbij; grondstoffen worden duurder en schoon water en schone lucht worden schaarser.

De onhoudbaarheid van ons lineaire systeem wordt duidelijk in de volgende getallen:

  • Volgens de VN zal de wereldbevolking groeien tot 12 miljard mensen in 2100. De afgelopen 100 jaar is de wereldbevolking verviervoudigd.
  • De gemiddelde welvaart zal op aarde verdubbelen in de komende 20 jaar. In de 20e eeuw is de welvaart 25 maal groter geworden.
  • Daarmee zal ook de consumptie stijgen. KPMG verwacht in 2030 3 miljard meer middenklassenconsumenten dan in 2010.
  • De jaarlijkse wereldwijde grondstofwinning groeit met gemiddeld 4%. Zo is de vraag naar constructiematerialen in de 20ste eeuw met een factor 34 gestegen.
  • De jaarlijkse wereldwijde afvalberg groeit stevig door en bedroeg in 2011 12 miljard ton. Dat is gelijk aan 7.000 keer de inhoud van de Amsterdam Arena. Alle afvalbergen bij elkaar leveren voldoende grondstoffen om te voldoen aan onze huidige en toekomstige materiaalbehoefte.
  • De jaarlijkse wereldwijde vraag naar energie is in 40 jaar verdubbeld. Naar verwachting zal de vraag de komende 20 jaar nog eens met 50% stijgen.

Circular economy diagram_Foundation_Feb2015-01

Achtergronden van een circulair systeem
Zoals bovenstaande afbeelding weergeeft, wordt allereerst een onderscheid gemaakt tussen biologische en technische kringlopen. Materialen worden technische materialen genoemd wanneer deze niet in de biologische kringloop kunnen worden opgenomen. De focus is derhalve allereerst op de technische grondstoffen en het voorkomen van vermenging van deze twee cycli.

De biologische kringloop is inspiratie voor deze technische kringloopgedachte. Afval bestaat niet en elke grondstof wordt optimaal hergebruikt. Biomimicry (leren van de natuur) is een term die daarmee vaak wordt geassocieerd. De kracht van het concept is de vanzelfsprekendheid dat je afval, uitstoot, schade aan natuur en andere processen wil elimineren/minimaliseren vanuit economisch oogpunt: verlies aan “nutrients” die in een ander proces waardevol (kunnen) zijn.

Repair, reuse, refurbish, remanufacture, recycle
Vanuit dezelfde gedachten als bijvoorbeeld de ‘ladder van Lansink’ en Cradle-to-Cradle is het eerste doel in een circulaire economie een zo hoogwaardig mogelijk hergebruik; van het product, van de onderdelen, danwel van de grondstoffen. Hier wordt dus ook nadrukkelijk naar fabrikanten en ontwerpers gekeken en komen termen als ‘design for repair’, ‘design for disassembly’ en ‘design for recycling’ naar voren. Hoe stimuleren we producenten en ontwerpers om de gebruikte onderdelen en grondstoffen ook ná de levenscyclus van het product weer optimaal te kunnen inzetten?

Nieuwe businessmodellen
De circulaire gedachte daagt uit tot duurzaam ontwerp van producten: langere levensduur, repareren, re-stylen, makkelijk uit elkaar te halen voor hergebruik van componenten of losse, zuivere, grondstoffen en de aandacht voor substitutie van zeldzame, toxische of onduurzame grondstoffen, door alternatieven van technische danwel biologische oorsprong.

Beschikbaarheid, zuiverheid, kwaliteit van grondstoffen
In het besef dat niet elk product terug kan naar één producent (vanwege logistiek, productieketens, transportkosten, etc), zoals de initiële Cradle-to-Cradle gedachte, daagt de circulaire economie uit tot een grondige her-analyse van productieketens.

De kennis van stromen, specificaties en zuiverheid van gebruikte grondstoffen in productketens staat hierbij voorop; zodat uitval en afval, zowel in de keten als ná gebruik, op een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau kan worden hergebruikt (liever upcycling dan downcycling): door de producent zélf of door een ander, met daarmee een incentive om producten zó te (her)ontwerpen dat de “restwaarde” ook in economische termen van gelijke of zelfs hogere waarde is bij gebruik in een volgend productieproces.

Bovendien zal voor steeds meer grondstoffen gaan gelden dat de winning uit hergebruik en recycling simpelweg goedkoper is in termen van kosten of energiegebruik, leveringszekerheid of afhankelijkheid van geopolitieke verhoudingen, instabiele regimes of oneerlijke wereldhandel met arme landen en dubieuze tussenhandelaren.

Internaliseren van externe kosten
Met termen als LCA (Life Cycle Analyses), LCI (Life Cycle Inventories), eco-cost-calculations, footprint en andere begrippen wordt gepoogd om producten en ketens scherper in beeld te brengen, ínclusief alle materialen, uitstoot, afval, schadelijke sociale en ecologische effecten. Kosten dus die wel op de samenleving en natuur worden afgewenteld, maar niet in de traditionele kostprijsberekeningen van de huidige lineaire economie worden meegenomen.

Steeds meer bedrijven lopen hiermee in de praktijk vóór op overheidsbeleid. Met de insteek dat deze externe kosten nog niet worden meegerekend in kosten (dus vooruitlopend op belasting, regelgeving of andere overheidsmaatregelen), of omdat consumenten, ngo’s of andere instituties dermate goed geïnformeerd zijn dat de “license to operate” in de publieke opinie ter discussie wordt gesteld. Gesteld kan worden dat daarmee – naast idealisme – de sociale druk inmiddels steeds vaker groter is dan duurzaamheidseisen vanuit wet- en regelgeving.

Kansen op de arbeidsmarkt
De focus op re-use, repair, re-furbisch, lokale logistiek en verschuiving van belastingdruk geeft hiermee bovendien sociale kansen met het terugbrengen van technisch/fysieke beroepen op de (lokale) arbeidsmarkt. Kansen voor Europa, Nederland en in lokale regio’s.

Het is niet toevallig dat de circulaire gedachte in Europa met zoveel enthousiasme wordt ontvangen. Europa is relatief arm aan natuurlijke grondstoffen en mijnbouwindustrie, terwijl de dichte bevolking en hoge welvaart in Europa veel stevige beperkingen oplegt wanneer mogelijke grondstofwinning moet concurreren met gezondheid, leefbaarheid en welbevinden van mens en natuur.

Urban mining, economisch waardevol
Het tekort aan natuurlijke grondstofbronnen in Europa heeft zijn tegenhanger in de overvloedige aanwezigheid van gebruikte materialen in hoogwaardige producten, gebouwen en afval die onze welvarende consumptiemaatschappij naar Europa bracht en brengt. De term ‘urban mining’, het delven van deze materialen ten behoeve van recycling en hergebruik is niet nieuw, wél nieuw is de economische onderbouwing van o.a. McKinsey, IMSA en TNO en de praktische insteek van de circulaire economie-gedachte die een visie geeft met handvatten om bestaande economische systemen en productieprocessen om te buigen, zonder verlies van bestaande know-how en kapitaal.

Regionale logistiek, distributie, grondstoffenrotonde
Historisch gezien heeft Nederland in élk tijdgewricht en economische systeem een sleutelrol gespeeld op gebied van logistiek en transport. In een circulaire economie is dit niet anders: slechts de herkomst, inhoud en richting van product-, grondstof- en afvalstromen zal veranderen. Nederland – en de Drechtsteden in het bijzonder – zijn perfect uitgerust om nú haar plek als rotonde in de nieuwe circulaire economie te claimen.

People, planet en profit
De circulaire economie biedt de handvatten om de belangen van mens, natuur en economie hand in hand te ontwikkelen en verbeteren: verminderen van schade en verbruik, vermeerderen van het behoud van waarde in grondstoffen en producten en een betere inzet van menselijk kapitaal. Met een nieuwe, circulaire blik op de economie is er nog héél veel te verbeteren, verdienen en te winnen!

Re-thinking Progress: The Circular Economy | Ellen MacArthur Foundation